Geschiedenis Trier
De stad Trier is meer dan 2000 jaar oud. Haar bloeitijd beleefde het ten tijde van de Romeinen. De naamgeving uit die tijd was Augusta Treverorum. Sinds de tweede eeuw was het de hoofdstad van de Romeinse provincie Gallia Belgica. De Gallische cultuur smolt samen met aspecten uit de Romeinse cultuur, vandaar ook Gallo-Romeinse cultuur genoemd.
De eerste tot de derde eeuw was Trier een civiele stad zonder
militairen. De voornamelijk houten bouwwerken uit de eerste eeuw
waren niet duurzaam. Vanaf de tweede eeuw werden er veel grote
bouwwerken vervaardigd in steen, zoals de stadsmuur uit 170 n.
Chr. en de brug met stenen pijlers. Beiden leven tot de dag van
vandaag fragmentarisch voort in de stad. Het stadsbeeld werd bepaald
door een rechthoekig stratennet.
Vanaf 286 is Trier gedurende ongeveer 100 jaar keizerresidentie.
Het is een woelige periode waarin er zowel dreigingen van binnen
als buiten het rijk bestonden. Door een keizer in deze regio te
instaleren probeerde men enige rust te behouden. De bekendste
keizer die een residentie in Trier had was Konstantijn de Grote.
Trier werd eveneens een zeer belangrijk bestuurscentrum voor het
Romeinse westen, een zeer grote regio dat zich uitstrekte van
Schotland tot noord Afrika.
Trier bezit de oudste bisschopszetel van Duitsland, al tijdens
de derde eeuw kwamen er bisschoppen naar deze stad. Het grote
aantal vroeg-christelijke graven geeft eveneens aan dat het een
belangrijk centrum van het christendom in Gallië vormde.
Trier was ten tijde van de Romeinen de grootste stad ten noorden
van de Alpen. Aan het einde van de vierde eeuw werd de keizerlijke
residentie naar Milaan verplaatst. Dit had zeer grote gevolgen.
Het bevolkingsaantal en de politieke macht namen af en de stad
werd kwetsbaarder voor plunderende Germanen. Aan het einde van
de vijfde eeuw werd Trier opgenomen in het rijk van de Merovingers.
In 882 wordt de stad bezocht door plunderende noormannen. Pas
in de tiende eeuw beleeft Trier een nieuwe bloeiperiode. De betekenis
van de stad blijft gering in vergelijk met de bloeiperiode in
de oudheid. Ten tijde van de middeleeuwen was Trier immers slechts
provinciestad. Toch zijn er ook uit deze periode indrukwekkende
gebouwen en kunstvoorwerpen bewaard gebleven, waaronder gebouwen
die op de Unesco-wereldcultuurerfgoed lijst zijn opgenomen .